Ik heb een unieke werkwijze, gebaseerd op een aantal (taal)filosofische fundamenten. Dit zorgt ervoor dat het einddoel, een authentiek verhaal, altijd kan worden bereikt. Het maakt daarom ook niet uit wat voor soort tekst het is, de werkwijze blijft hetzelfde.
Samenvatting: Door authentiek te durven zijn in je communicatie, val je op en luisteren mensen naar je. Standaardverhalen en computer gegenereerde teksten komen niet overtuigend over en mensen haken daardoor snel af en onthouden de boodschap niet.
----
Een van de pilaren waar mijn werkwijze op stoelt, is authenticiteit. Het is mijn overtuiging dat een tekst het best overkomt als het in lijn is met de normen en waarden van de persoon of de organisatie die de boodschap overbrengt.
Marketingbedrijven proberen teksten op websites zo vindbaar mogelijk te maken en gebruiken daarvoor standaardisatie methodes en SEO. Toegegeven, je bent daardoor als organisatie makkelijker te vinden voor klanten, maar wat heb je daaraan als je niet opvalt? Hetzelfde principe geldt voor visiedocumenten, speeches en opiniestukken. Je kunt alle criteria afvinken, zodat je teksten theoretisch perfect lijken, maar het publiek merkt instinctief het verschil tussen een mechanisch opgezette tekst en een authentieke tekst.
In een tijd waarin artificial intelligence als ChatGPT in een paar seconden lappen tekst kan genereren, is het juist noodzakelijk om als organisatie op te vallen en authentiek over te komen. Hoe je het ook went of keert, mensen voelen zich altijd aangetrokken tot authenticiteit. Geen enkel instructieboekje of programma als ChatGPT kan dat vervangen.
De keuze is aan jou: wees vervangbaar of wees authentiek!
Samenvatting: Om je boodschap goed over te brengen is het cruciaal om duidelijk te zijn in je bewoording en zo min mogelijk over te laten aan de eigen interpretatie. Hoe abstracter de woorden zijn, hoe moeilijker mensen zich kunnen identificeren met het verhaal. Daarom is mijn werkwijze erop gericht om bij elk woord goed na te gaan of het duidelijker verwoord kan worden, zodat mensen geboeid worden door de tekst en zich kunnen identificeren met de boodschap.
----
Taal is, zoals onder andere John Stuart Mill goed heeft verwoord, bedoeld om elkaars persoonlijke leefwerelden te overbruggen. We gebruiken taal om elkaar te begrijpen.
Iedereen ervaart elke dag dat elkaar begrijpen moeilijker is dan het lijkt. We gaan ervan uit dat anderen begrijpen wat we bedoelen, terwijl miscommunicatie altijd op de loer ligt. Hoe vaak heb je zelf ervaren dat je soms langs elkaar heen praat, ook al lijkt het in eerste opzicht heel duidelijk te zijn?
Dit komt doordat de betekenis van woorden voor elk persoon anders is. De taalfilosoof Ludwig Wittgenstein heeft veel geschreven over de subjectiviteit van woorden. Het beeld dat in mij opkomt als ik het woord ‘paard’ gebruik, verschilt met het beeld dat bij iemand anders opkomt. Dit verschil maakt niet zoveel uit als het over concrete zaken gaat, zoals een paard, een hamer of een tomaat. Het verschil wordt relevanter op het moment dat de woorden abstracter worden. Iedereen heeft een ander beeld bij het woord ‘liefde’, ‘rechtvaardigheid’ of ‘gelijkheid’. Woorden veranderen ook van betekenis als het in een andere context wordt gebruikt, of zoals Wittgenstein het goed verwoordt: een ander taalspel. Het woord ‘eerlijk’ heeft in de context van een bordspel een hele andere betekenis dan in een politiek debat.
In mijn werk als tekstschrijver denk ik na over de definitie van woorden en in welke context ze worden gebruikt. Met een tekst wil ik ervoor zorgen dat iedereen begrijpt wat er wordt bedoeld. Een tekst wordt bijvoorbeeld al snel onpersoonlijk en vaag als er grote woorden worden gebruikt, maar niet duidelijk wordt wat die woorden betekenen voor de persoon of de organisatie die de woorden communiceert. Om mensen mee te kunnen nemen in het verhaal, maak ik de tekst zo begrijpelijk mogelijk, zodat iedereen een persoonlijke connectie kan maken met de boodschap.
Samenvatting: Er bestaat altijd een afstand tussen de spreker/schrijver en het publiek. Deze afstand wordt overbrugd door persoonlijke interpretaties en vooroordelen. Als directeur, politicus of accountant bestaat er al een vooroordeel over je. De kans dat de boodschap in de tekst wordt aangetast door die vooroordelen is groot. Dit patroon doorbreek je door je eigen menselijkheid te benadrukken en je kwetsbaar op te stellen. Ik vind het belangrijk om de tekst zo te schrijven dat je opvalt en mensen je gaan vertrouwen.
----
Volgens filosoof Jean-Paul Sartre objectiveren we andere mensen als de rol die ze representeren en ontkennen we daardoor hun authenticiteit als individu. Denk aan Mark Rutte. Hij is voor veel mensen geen uniek persoon met eigen angsten, onzekerheden en verdriet, maar een politicus en de premier van Nederland. Een ander voorbeeld is de rol van docenten in het leven van kinderen. In hun gedachten bestaat de docent niet buiten het schoolterrein en als zij ze tegenkomen na schooltijd is dat een schok! Of misschien een persoonlijker voorbeeld: mensen die struikelen over een stoeptegel vinden we vaak dom, terwijl we het goedpraten als we zélf zouden struikelen. Objectiveren doen we allemaal, bijna heel de dag door, want het zou ondoenlijk zijn om elk persoon die we (vluchtig) aanschouwen te zien als een uniek individu met eigen gevoelens.
Daarnaast objectiveren we niet alleen anderen, maar ook onszelf. We hebben de neiging om te handelen naar de verwachting die anderen van ons hebben. Als je als ober werkt in een restaurant, heb je niet alleen die rol, maar bén je die rol en gedraag je je naar de verwachtingen die bij die rol horen. Je handelt niet meer als een vrij en uniek individu, maar als ‘ober’.
Het proces van objectiveren heeft een grote invloed op het goed overbrengen van een boodschap, dus ook op het schrijven van teksten. Stel je voor dat je een speech geeft als leidinggevende, dan zullen werknemers de neiging hebben om je te objectiveren áls leidinggevende. Het publiek luistert dus niet open naar je tekst en interpreteert je woorden dat past in de vooroordelen.
Ik vind het essentieel om het patroon van objectiveren te doorbreken. Een tekst komt pas écht aan bij het publiek als je trouw blijft aan je eigen boodschap. Als je niet iemand anders probeert te zijn dan wie je bent. Daarom moet de tekst persoonlijk en authentiek zijn, zodat het publiek beseft dat je niet alleen een rol vertegenwoordigt, maar een uniek individu bent. Dan komt de boodschap pas écht aan.